U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meubel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- meubel: Wat mu'k nou mit zo'n groot meubel in dat kleine kamertie (Noordscheschut)
- meubel: IJ zult mar met dat rare meubel trouwd wezen (Schoonebeek)
- meubel: Het is altied al een mal meubel
- onverschillig: Dai kwaojong hiernaost, dat is wel zo'n onverschilig meubel! (Valthermond)
- zin: Die kerel, dat is een raor meubel, die is niet van zinnen of te brengen