U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mier"
Resultaten 1 - 4 van 4
- mier I: Wat hew van 't jaor een mier in de erpel! (Stieltjeskanaal)
- mier II: Hij had er toch zo'n mier an dat e dat nog doen mus (Zwiggelte)
- pismieger: mieghummel, mier
- tuuntiesgres: De eerpels wordt voel met mier en toentiegras, ...toentjegras (Eexterveen)