U zocht voorbeeldzinnen met daarin "miggel"
Resultaten 1 - 6 van 6
- miggel: Dat is een raore miggel van een jong (Zweelo)
- miggel: De kinder hadden een hekel an die miggel, umdat hie aaltied kleine kinder pluug (Zwinderen)
- miggel: Een vale miggel van een hond (Klazienaveen)
- miggel: Die vrouw, het is een kwaod miggel (Westerbork)
- miggel: Die koffie, dat was gewoon miggel (Beilen)
- sniggel: miggel