U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mispel"
Resultaten 1 - 7 van 7
- mispel: Het is zo röt as een mispel (Anloo)
- mispel: Stinken as een mispel (Diever)
- mispel: Det is antmit een rare mispel. Dan weej niet, oj hum bij de kop of bij het gat hebt (Koekange)
- overweg II: Kanst der slecht met overweg, het is een mispel van een kerel (Zuidlaren)
- röt II: mispel (Padhuis)
- stinken: Hij stinkt as een mispel (Diever)
- verröt: Hij is zo slecht as een verrödde mispel (Emmer Erfscheidenveen)