U zocht voorbeeldzinnen met daarin "misstap"
Resultaten 1 - 5 van 5
- misstap: Deur die misstap van de ledder löp e nog mank (Padhuis)
- misstap: Hai het een male misstap holden (Roden)
- misstap: Ik heb vroeger wel is een misstap begaon (Vledder)
- naoproten: Die misstap wordt nog lange aover nao epraot (Elim)
- verstoeken: Ik dee een misstap en heb mien enkel verstoekt (Gieten)