U zocht voorbeeldzinnen met daarin "model"
Resultaten 1 - 11 van 11
- inrijen: De jurk eerst inrijen veur het model (Vries)
- kedoes I: Wij zegt kedoes tegen een vrouw met een dik bos haor, wat niet in model wil zitten (Drouwen)
- model I: Van dat kliedtien wo'k wal een model hebben (Emmen)
- model I: Oes Grietien was een model van een wicht
- model II: Die veldwachter was aordig model (Pesse)
- model II: Ze leup er altied zo model bij (Nieuw Amsterdam)
- paddestoel: Der was ain model porrestoule, dat waren echte roetenspringers (Valthermond)
- pierig: Een pierig vrömmes, waor nog gien model an zit (Zuidwolde)
- poepmes: Een poepmes is wat een spitser model (Gieten)
- sleeps: Die kou hef een good model, maor de platen bint wat te sleep (Elim)
- spontörf: Sponturf is groter model baggerturf (Roswinkel)