U zocht voorbeeldzinnen met daarin "moment"
Resultaten 1 - 17 van 17
- anspeulen: En dan muj op het juuste moment de balle anspeulen (Wapserveen)
- anvargens: Zie wilt mij wel helpen, mor dat wi'k die meensen op dit moment niet anvargens wezen (Anderen)
- duraobel: Koffie wordt ok duraobel op 't moment (Sleen)
- fraai: Dat is fraai, nou zegst op lèeste moment nog of (Drouwen)
- gebeuren II: Dat gebeurt je altied op het miest ongelegen moment
- geschikt: Um hum zukswat te vertellen, moej een geschikt moment veur ofwaachten (Eext)
- hiddel I: Wat is dat kind een hiddel, die kan gien moment stil weren (Hijken)
- invoeren: Der wordt op het moment meer invoerd as oetvoerd en dat is nich zo best veur het land (Barger Oosterveld)
- moment: Nog één moment en dan is de boel klaor (Schoonlo)
- moment: Op het moment he'k gien tied um oe te helpen
- neibouw: Ie kunt op het moment haost gien messelder kriegen, die zit almaol in de neibouw (Hijken)
- pèerdefokkerij: Het giet op het moment niet zo best met de pèerdefokkerij (Sleen)
- pennen III: De vrouw zit op dit moment te pennen (Tweede Exloërmond)
- rustig: Het is op het moment rustig weer (Roswinkel)
- staking: Het is op het moment ain bar slechte zaok met al dai staokings (Gieterveen)
- tiebelkont: Een tiebelkont zit gien moment stil (Sleen)
- wèerderd: Een weerderd is gien moment röstig (Ruinerwold)