U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mud"
Resultaten 1 - 6 van 6
- eierkool: Wij hebt net weer twie mud eierkolen kregen (Emmen)
- kassenak: Hij gooit zo een mud rogge op de kassenak (Padhuis)
- kop: Zaod is zo fien, door huif mor een haalf kop op een mud laand (Eexterzandvoort)
- mud: Een mud(de) tarwe was 80 kilo, haver 50 kilo, rogge 70 kilo, gerst 60 kilo, erpel 70 kilo, mor febri (Sleen)
- mud: Wij hebt vandaog nog een mud laand rogge zeid (Drouwen)
- roggenkist: In de roggenkist kwam het koren nao het dörschen. Der kun tot 15 mud in (Sleen)