U zocht voorbeeldzinnen met daarin "naar"
Resultaten 1 - 20 van 21
- allergriezeligst: Allergriezelig, wat naar (Stuifzand)
- antoe: Oenze buurman hef longontsteking, hij is der naar antoe
- bezetspreuke: Ken ie de bezetspreuke nog wel? ... 'Hoort, hoort, hoort/Naar Mallejaggi's laatste woord/Hij slaat u
- eerde: Ik make mij der niet zo naar over, de eerde dreit er wel umme deur (Noordscheschut)
- floddern: Hie maakt zuch overal niet zo naar um, het floddert maor wat hen (Oosterhesselen)
- gekrimmeneer: Dat gekrimmeneer over aaid mar weer die beumpies, daor wuj naar van (Padhuis)
- gevuul: Liekdoorns is een naar gevuul (Hoogeveen)
- heuibult: Dat is zuiken naar een speelde in de heuibult (Schoonebeek)
- hok: Die vrouw is lopen bleven; daor waren meer met in het hok west naar bed (Schoonlo)
- koetsewagen: We gaon mit de koetsewaogen naar het maark (Roderwolde)
- naar: Wat is het toch naar weer tegenwoordig (Borger)
- naar: Ik bin naar in de hoed
- naar: Het is toch zo'n naar ventien, hij plag aaid kleine kinder (Schoonebeek)
- oorwörm: Een oorwurm is een naar meinse, een kniezebieter (Hollandscheveld)
- pels: Zich noemen naar den pels
- scheepsploug: ...7 vrouwen en 5 man, naar gelang de lengte 1 bijkruier, meer of minder. Zie verwarkten 400 m. in t (Schoonebeek)
- snotdompe: Een snotdompe is een naar meinse (Hoogeveen)
- splitting: De bolster ging naar de bolsterfebriek. De splitting weur ongeveer 8-11 meter breed (Geesbrug)
- tien III: Mit ene die ik het lèven zo lekker zal maken, det hij nooit naar een aander teit
- vervelend: Wat is dat naar, vervelend wark (Geesbrug)