U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nachtmerrie"
Resultaten 1 - 4 van 4
- nachtmerrie: Vannaacht he'k weer zu'n nachtmerrie had, ik was deurnat van het zweeit (Eext)
- nachtmerrie: Ik krieg zowat een nachtmerrie van aal die roezie (Gasselte)
- nachtmerrie: Een nachtmère of nachtmerrie is bange veur water. Dan meuj een koppie water veur het raam zetten (Hollandscheveld)
- numen I: Wat aj numen, het was een nachtmerrie (Meppel)