U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nachtrust"
Resultaten 1 - 3 van 3
- dòlsterig: Hie hef zien volle nachtrust niet had, want hie kek nog zo dolsterig oet (Stieltjeskanaal)
- nachtrust: Hie hef zien nachtrust ok nich had, hij hef wallen onder de ogen (Barger Oosterveld)
- opoffern: Soms muj je nachtrust opoffern um bij een zieke te waken (Schoonebeek)