U zocht voorbeeldzinnen met daarin "naobrengen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- metnimmen: Metnimmen is goed veur het naobrengen
- metnimmen: Mitnemen is vrij van het naobrengen (Wapserveen)
- naobrengen: Ik mus de koffie naobrengen hen het laand (Mantinge)
- naobrengen: Koffiebonen hew niet mèer, die za'k je morgen wal even naobrengen (Zweelo)