U zocht voorbeeldzinnen met daarin "naozommer"
Resultaten 1 - 4 van 4
- anlaoten: Wij hebt een mooi naozommer, de koenen laot nog weer an (Hooghalen)
- naozommer: Wij hebt een mooi naozommer had en doe kreew er ok nog een mooie harfst achteran (Sleen)
- snei: In 't naozommer bluit de snee (Zwinderen)
- zommer: Een mooie naozommer is nog meer weerd as een mooie zommer (Barger Compascuum)