U zocht voorbeeldzinnen met daarin "narren"
Resultaten 1 - 3 van 3
- narkonte: Hij mag oe graag een beetie narren, het is een echte narkonte (Hoogeveen)
- narren: Hij het de heile aovend zeten te narren (Roderwolde)
- narren: Ie hoeft niet zo te narren (Noordscheschut)