U zocht voorbeeldzinnen met daarin "negenwekers"
Resultaten 1 - 4 van 4
- blauwhullers: Blauwhullers waren negenwekers (Een)
- negenwekers: Aj de negenwekers poot, kuj ze ok met negen weken eten (Hijken)
- negenwekers: Negenwekers binnen vroriepe eerpels (Roderwolde)
- negenwekers: In de volksmond waren het in Dwingel negenwekers en waren dezulfde eerappels in Rune achtwekers (Uffelte)