U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nestel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- blik II: nestel
- nestel: As de nestel van de vèter is, dan valt het niet mit um de veter in de schoe te kriegen (Hollandscheveld)
- nippel: nestel
- rafelig: De nestel was kapot en toen was de veter zo raofelig (Gasselte)
- veternippel: nestel