U zocht voorbeeldzinnen met daarin "nukken"
Resultaten 1 - 7 van 7
- lumen I: Mit lumen en nukken/Bij toeren en rukken (Zuidwolde)
- nukken I: As hai van dai nukken hef, is er niks met te begönnen (Gieterveen)
- nukken I: Hij hef van die nukken dat hij niks wil doen (Pesse)
- nukken I: Het is net hoej hum antreft, hij hef het bij nukken (Nieuw Amsterdam)
- nukken I: ...met nukken
- nukken I: De nukken onder de sterte kriegen
- nukken I: Hij zit vol nukken as de bok vol keutels (Nieuw Schoonebeek)