U zocht voorbeeldzinnen met daarin "oegel"
Resultaten 1 - 7 van 7
- hoggel: oegel
- iegel: oegel
- oegel: Zie kwamen weer van het laand en waren zo zwaart as een oegel (Anderen)
- oegel: Wat een oegel, hoe hebt ze hum zo gek kunnen kriegen (Nieuw Amsterdam)
- oegel: Een duvelie van een kind was een kwaod oegel (Peize)
- oegel: Wat een kwaod oegel
- oegel: Een gekke oegel, lop achter alle jonges an (Drouwen)