U zocht voorbeeldzinnen met daarin "oetleider"
Resultaten 1 - 2 van 2
- oetleider: Vroeger was er bij een boeldag altied een oetleider, die het vee oet hoes heul en die kreeg van iede (Hijken)
- veurtrekken: Dou Geert bouldag har was Klaos oetleider; hai kun dat best doun, dat veurtrekken (Eexterveen)