U zocht voorbeeldzinnen met daarin "oetmessen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- kalverhok: Ik moet het kalverhok nog oetmessen (Sleen)
- oetmessen: Wij moeten de zwienehokken nog oetmessen (Een)
- schoep: Met grup oetmessen deden ij het bovenste met een vörk en het underste met een schoep (Sleen)
- umzetten: As het wèer umzette, dan mus wij dat schaophok oetmessen (Zwiggelte)