U zocht voorbeeldzinnen met daarin "oetwarken"
Resultaten 1 - 4 van 4
- broek: Die koe hew een broek andaon, want het leek er op dat e de boel oetwarken wol (Padhuis)
- net I: oetwarken wil, wordt er een nettien veur het vasel bunden (Oosterhesselen)
- oetwarken: Wij hebt de koe een broek andaon, want het leek er op dat e de boel oetwarken wol
- oetwarken: Wat of dat nog oetwarken wil, weet ik niet