U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofbonken"
Resultaten 1 - 7 van 7
- ballast II: Ofbonken deden wij met een schoffel en een ballaster (Schoonebeek)
- bonken: ofbonken
- bonksel: Ie mussen 50 cm bonksel ofbonken, en later mit het laand anmaken was dat dalgrond (Geesbrug)
- klos: Dat klos veen moew nog even ofbonken (Stieltjeskanaal)
- ofbolstern: ofbonken
- ofbonken: Wij moet eerst ofbonken en dan törftrekken (Koekange)
- ofbonken: Ofbonken ging hier in het klein (Eelde)