U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofgooien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- banne II: Ik mut nog een bannegien heui ofgooien (Kerkenveld)
- bòl III: Wij zeden bonken, mar as der nog een streepien bolster zat, neumde wij dat bol ofgooien. Dat gebeurd (Nieuw Dordrecht)
- bòl III: Bol ofgooien
- keien: was het raak, dan koj ok de andere stienen, die der lagen, ofgooien. Het gung er um, wel overbleef (Sleen)
- ofgooien: Een legge ofgooien