U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofschieten"
Resultaten 1 - 3 van 3
- ofschieten I: Der was zo weinig volk in de karke, ie kunden er wel een kanon ofschieten (Kerkenveld)
- ofschieten I: Zult ze aoldejaorsaovend weer zoveule vuurwark ofschieten? (Ruinerwold)
- ofschieten I: Hoevöl harten mugt ze dizze harfst ofschieten? (Padhuis)