U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofvegen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- ofvegen: Wol ie de achtergang nog even ofvegen
- ofvegen: *Ie moet het gat niet ofvegen vèurdaj scheten hebt
- örgelbeun: Ik mus altied het örgelbeun ofvegen en dan vun ik mangs ok een cent (Sleen)
- schieten II: Ie moet het gat niet ofvegen vèurdaj scheten hebt
- törfmot: Der lig nog heilwat törfmot op de karre; dat most er even ofvegen (Barger Oosterveld)