U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofzundering"
Resultaten 1 - 5 van 5
- ofzundering: Hie leeft het leeifst in ofzundering, dan veuilt e zuk het meeist op zien gemak (Eext)
- ofzundering: In de kapschuur hew een ofzundering maakt veur het schaop (Exlo)
- ofzundering: Van een holten beschot hebbe wij een ofzundering emaakt veur de diepvries (Uffelte)
- ofzundering: Aj in het ziekenhoes op de ofzundering ligt, is het miestal niet zo best (Oosterhesselen)
- schelf: In de schelf hew een ofzundering maakt veur de schaopen (Exlo)