U zocht voorbeeldzinnen met daarin "onberooid"
Resultaten 1 - 6 van 6
- onberooid: Hie is wel wat arg onberooid te wark egaone (Hoogeveen)
- onberooid: Je kunnen neit veul op hum an, hij is nogal onberooid (Peize)
- onberooid: Het is onberooid, zoveul die kerel der deurjagd het (Roden)
- onberooid: Het was onberooid mal (Westervelde)
- onberooid: Wat is het toch een onberooid schepsel, daor is gien greintie fetsoen bij (Uffelte)
- onberooid: Het lig er wat onberooid bij, laow het mar wat terechte maeken (Wapserveen)