U zocht voorbeeldzinnen met daarin "onbestörven"
Resultaten 1 - 5 van 5
- onbestörven: Dat vleis is nog onbestörven, ij kunt het nog niet broeken (Sleen)
- onbestörven: Onbestörven gras is gras, dat lang liggen blef en niet dreugen wil, mor wel gruin blef (Eext)
- onbestörven: Die vrouw is altied op rittel; hai is een onbestörven wedeman (Zuidlaren)
- wedeman: Hij is onbestörven wedeman
- wedevrouw: Die is ok onbestörven wedewief