U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ongerust"
Resultaten 1 - 3 van 3
- ongerust: Ik was ongerust. Ze kwam zo laot in hoes (Zeyen)
- ongerust: Hij was nogal aordig ziek west en no meuk hij zichzelf der nogal wat ongerust over (Zwinderen)
- reden I: Er is gien reden um je ongerust te maken (Westerbork)