U zocht voorbeeldzinnen met daarin "oosten"
Resultaten 1 - 18 van 18
- appelpit: Appelpittien, paerepittien/Waor komp Jan zien vrijer vandaon?/ Van het oosten, van het westen/Van he
- bruien: Het bruit in het oosten (Hijken)
- dwarrelwind: As een dwarrelwind, ...dwirrelwind oet het oosten komp, dan komp er een staonde dreugte. As e oet he (Sleen)
- gaans: As de gaanzen uut het oosten komt vliegen in een V-vorm, dan kriege wij vorst (Geesbrug)
- gezwet: Dat stuk land is ten oosten gezwet an Ellen ziend en ten zuden schöt het op het Schombukker Diep (Padhuis)
- halbulte: Tegen de vorst wurde een halbulte naost de koele emaakt, an de wiendkaante, op het oosten (Noordscheschut)
- haolend: As de wind in het oosten zit, kan het zuk halerig weer wezen (Borger)
- keer I: De wind zit iedere keer in het oosten
- mis III: Het was zowied mis as van het oosten naor het westen (Sleen)
- oosten: In het oosten wordt het al weer lochtig (Noordscheschut)
- oosten: Het lig zo wied van 'nkander as het oosten van het westen (Buinen)
- regen II: Regen oet het oosten/Kuj je drei, zes, negen daogen troosten (Eelde)
- stroef: Dat gebeurde as er 's winters zo'n stroeve oosten- of noordenwiend was (Wapserveen)
- umlopen: De wind is omlopen, van het oosten naor het westen (Roderwolde)
- westen: Hij was de plaanke mis as van het oosten naor het westen
- wied: Zo wied as van het oosten naor het westen
- wiendeldaore: *De wiezen koomt uut het oosten, de gekken niet; die koomt mit de wiendeldaore, zee Piet (Havelte)
- winter: De wind zit in het oosten, wij zult wel winter kriegen (Drouwen)