U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opdrukken"
Resultaten 1 - 6 van 6
- opdouwen: opdrukken
- opdruk: De opdrukken wadden niet heeil dudelijk te lezen (Eext)
- opdrukken: Met een krik kuj een auto opdrukken (Nieuw Dordrecht)
- opdrukken: Met scheuvellopen lat de vèurste hum wel ies opdrukken (Wapserveen)
- opdrukken: As de wagen vast in de baander zit, dan moej hum met mekaar even opdrukken (Hijken)
- opduwer: Die schipper luut zich opdrukken deur een opduwer (De Wijk)