U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opgooien"
Resultaten 1 - 10 van 10
- leide: der lös opgooien
- on: Bij cent opgooien haj ok wal on of even; on was de bovenkant (Sleen)
- opbreken: As ie begunden mit opbreken, ...opgooien, wörden der twei laogen op het slag leg um ruumte te krieg (Barger Oosterveld)
- opbreken: opsmieten, opslao(ge)n, opgooien
- opgooien: Wel helpt die mes opgooien?
- opgooien: Bie het törf dreugmaken mös je het eerste slag opgooien (Barger Oosterveld)
- opgooien: Wij moeten die eerappeldobbe even opgooien dat je een beetje een fetsoenlijke koele kriegt
- opgooien: Daor zulle wij ies een ballegie over opgooien
- opgooien: De scheidsrechter bruukt ain gulden veur het opgooien (Valthermond)
- pet I: Dei kou is zo maoger; as je de pedde der opgooien, blef e der an hangen (Emmer Compascuum)