U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ophaal"
Resultaten 1 - 3 van 3
- ophaal: Ik heb een ophaal in de kous (Padhuis)
- ophaal: As ze tegen de heugte op mussen, dan zeden ze: det is een hele ophaal (Pesse)
- ophaal: Van die neie auto maakt zij zo'n ophaal (Zuidwolde)