U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ophef"
Resultaten 1 - 6 van 6
- groot: Wat maokt die mèensken ja groot ophef over dat klein zaokie (Eext)
- ophef: Je moet niet zoveul ophef maoken over zu'n kleinigheid (Balloo)
- ophef: Met het waogensmeren mussen wij de ophef gebruken (Een)
- ophef: Een doemkracht is een ophef (Rolde)
- roegbekt: As hie een beste borrel ophef, dan is e arg roegbekt (Rolde)
- vechtersbaos: As e een borrel ophef, is het een echte vechtersbaos (Odoorn)