U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opnimmen"
Resultaten 1 - 11 van 11
- bestelling: Wil ij even de bestellings opnimmen
- lollegien: Och, dat was mor een lollegien, dat moej niet èerns opnimmen (Sleen)
- mas: Ik kan het niet te goed zien, wos mij even de mast opnimmen (Sleen)
- opnimmen: Dat bultien mot moej nog even opnimmen (Oosterhesselen)
- opnimmen: Steken opnimmen
- opnimmen: Kun ie het kleintie even opnimmen um tien uur, dan is e mörgenvrog misschien nog dreug
- opnimmen: Ik bin te mu, ik kan niks mèer opnimmen (Sleen)
- opnimmen: Ien keer in het jaor komt ze de meter opnimmen (Zwinderen)
- opnimmen: Wol ie de bestelling wal even opnimmen (Westerbork)
- opnimmen: Hij mot tied opnimmen bij het scheuveln (Exlo)
- opnimmen: Die oetspraok moej in de kraant opnimmen (Eext)