U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opnumen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- ofstrepen: As ie even ofstreept, dan zal ik de namen opnumen (Beilen)
- opnumen: Ik kan zo hiel wat jongens opnumen, die Jan heet (Anderen)
- opnumen: Wij kunt het hiel abc wel opnumen
- opriegeln: opnumen
- zo: Ik kan je zo dreei jongens opnumen, die Jan heet (Anloo)