U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opper"
Resultaten 1 - 5 van 5
- moes I: Er is nog nooit een moes doodkommen onder een opper heui
- ofwarken: As de opper kloor is, wordt hij nog even ofwarkt mit de vorke of de harke (Barger Oosterveld)
- öpper: Der lig nog een opper in het kaampie, die kuj op de kaor wel holden (Eext)
- opper: Een opper haj bie de plietsie en de marechaussee (Emmer Compascuum)
- spijs II: Opper, spijs is op, wij moet nog specie maken (Sleen)