U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opreizen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- ofreizen: Hij mag um mij wel opreizen, ...ofreizen (Hoogeveen)
- opreizen: Aj der haostwark van maoken wilt, maj wel opreizen (Gasselte)
- opreizen: Laoten ze maor gauw opreizen, dan biw ze kwiet (Eelde)
- oprötten: opdondern, opsabeln, opreizen
- opsodemietern: opslingern, opreizen, opsakkeduizen