U zocht voorbeeldzinnen met daarin "optater"
Resultaten 1 - 3 van 3
- katzwiem: Hij kreeg een optater en lag zo in katzwiem (Hoogeveen)
- opdoffer: oplawaai, opdozerd, opsnoever, optater, opwÚeier, opdonder
- optater: Aj niet gauw weggaot, za'k je een beste optater verkopen (Beilen)