U zocht voorbeeldzinnen met daarin "optocht"
Resultaten 1 - 15 van 15
- antocht: De optocht is in antocht, ik kan de meziek al heuren (Sleen)
- bulsekop: De kinder hadden in de optocht almaol een schebilskop op (Eext)
- hierlangs: Dei optocht komt hierlangs (Barger Oosterveld)
- hoop II: Der was een optocht, en alles leup te hope (Barger Oosterveld)
- krosse I: Die optocht was een hele krosse (Ruinen)
- opstellen: 's Middags um ien uur wuur de optocht opsteld (Sleen)
- optocht: Het hail dörp was oetlopen veur de optocht (Eexterveen)
- optocht: As alles mitlöp, hej optocht (Meppel)
- optocht: kan het een hiele optocht worden (Hoogeveen)
- praal: Het was almaol pracht en praol met de optocht (Peize)
- roffeln: De optocht komp er an, wij kunt de trommels al heuren roffeln (Borger)
- ruter: Veur de optocht hadde ze ain stuk of wat ruters op peerden (Tweede Exloërmond)
- schaor: Er luup een hiele schare achter de optocht an (Oosterhesselen)
- undermeester: ...mar de ondermeister, die daor vlakbij woonde har de optocht eziene
- versieren: Zij hebt de waegen weer mooi versierd mit de optocht (Diever)