U zocht voorbeeldzinnen met daarin "overlappen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- eggen: Stomp eggen is half overlappen en scharp eggen is net an het veurige langes (Elim)
- overlappen: Met zaaien mus je drai sporen overlappen (Eexterveen)
- overlappen: Met dat zail kunnen ze een heil stuk met overlappen (Eelde)
- overlappen: Zij zult het wel nooit iens wurden, det is niet te overlappen (Koekange)
- potdekselverbaand: Plaanken, etummerd in potdekselverbaand moet mekare goed overlappen (Nijeveen)