U zocht voorbeeldzinnen met daarin "overzied"
Resultaten 1 - 5 van 5
- overzied: Zij lig altied overzied te slaopen
- overzied: Dat voer heui is mij overzied slagen
- overzied: Aj in de auto rieden, muj nait te veul overzied kieken (Zuidlaren)
- schragen: Die hut is overzied zakt, die moej schraogen (Roderwolde)
- vallen: Wij veulen overzied (Exlo)