U zocht voorbeeldzinnen met daarin "paaien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- paaie: paaien
- paaien: Hie lop almar um hèur hen te flemen en te paaien (Sleen)
- paaien: Wat wet ze opoe te paaien! (Diever)
- paaien: Hij perbeerde mij te paaien mit een borrel (Zuidwolde)
- paaien: Gaot hum mar een poosie paaien, dan valt hij zo in slaop (Geesbrug)