U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pacht"
Resultaten 1 - 9 van 9
- inbeuring: Inbeuring van de pacht (Valthermond)
- opklemmen: De pacht klum op met drei gulden (Sleen)
- pacht: Wij moet nog pacht betalen (Oosterhesselen)
- pacht: Wij gebruukt meer het woord hure as pacht (Broekhuizen)
- pacht: Hai het de wieshaid in pacht (Roden)
- pacht: Hij had het arf veur de pacht liggen
- pachten: Mien va har dat land van hum pacht (Barger Oosterveld)
- underhold: De hèerschup wol wal mèer pacht hebben, mor an het underhold dut e niks (Hijken)
- wiesheid I: Hij hef de wiesheid in pacht