U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pais"
Resultaten 1 - 6 van 6
- algemien I: Over het algemein kunnen ze in Pais goud scheuvellopen (Peize)
- heuvel I: In Pais hebben wie gain heuvel (Peize)
- indenken: Ik kan mai nog wel indenken dat de eerste tram deur Pais gung (Peize)
- pais: Veur ie mij tikten, stun ik al in de pais (Ruinerwold)
- pais: pais en vree
- pais: Het is daor ok niet allemaol pais en vree (Nieuw Amsterdam)