U zocht voorbeeldzinnen met daarin "papieren"
Resultaten 1 - 16 van 16
- balk: Het stait op papieren balken
- bewaren: Die papieren moet wij nog wel bewaoren (Drouwen)
- klips II: Zie haar de papieren met een klips vaastmaokt (Balloo)
- overhoeks: Aj een papieren musse
- papier: Hej jo papieren bij jo (Padhuis)
- papier: Hij kan de zaok niet overnemen, hij het gien papieren
- papier: Ze zitten in de papieren
- papier: Dat mag wal, as het man nich in de papieren lop (Barger Oosterveld)
- papieren: Hie hef papieren vingers
- papieren: Het is een papieren wereld
- papieren: Papieren kerels
- puil: Een papieren zak is een papieren puiel (Exlo)
- sikketaire: De seketaire zit vol met papieren (Een)
- stofnust: Papieren bloemen bint stofnusten (Wapserveen)
- wegfrommeln: Hie hef die papieren gauw even wegfrommeld (Oosterhesselen)
- wied: Hij hef wied genog de beste papieren