U zocht voorbeeldzinnen met daarin "peerdekont"
Resultaten 1 - 4 van 4
- peerdekont: As dei gien peerdekont veur zuk zug, is het nich goud
- peerdekont: Wij hebt een kalf met een peerdekont kregen; het was der nauwelijks of te kriegen (Padhuis)
- peerdekont: Vrögger was een kalf mit een peerdekont niet geschikt om mit deur te fokken (Nijeveen)
- peerdekont: Een biezunder dikke koou neumden wie peerdekont (Roswinkel)