U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pelen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- pelen: Um dat vul mak te kriegen, moej der een beetien met pelen
- pelen: Ie mut niet zo mit de katte pelen (Zuidwolde)
- pelen: Die kinder lopen daor an de weg te pelen (Klazienaveen)
- pelen: Pelen is iene naor de mond proten (Dwingelo)