U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pels"
Resultaten 1 - 7 van 7
- pels: De buunzing har een mooie pels (Grolloo)
- pels: Die hond hef een dikke pels. Daorum liekt e ok zo dik (Oosterhesselen)
- pels: Dat stuk zit wal een dikke pels gras op (Schoonebeek)
- pels: Wij hebt het gres mèeid, mor der zat een dikke pels op (Sleen)
- pels: Zich noemen naar den pels
- pels: onder den pels te zitten
- vacht: pels