U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pepermunt"
Resultaten 1 - 6 van 6
- karkevoer: Pepermunt is karkevoor (Zuidwolde)
- lössigheid: Neem een pepermunt, daor kriej wat lössigheid van in de hoed
- pepermunt: Toen ik oetscheid bin met roken, bin ik met pepermunt begund (Sleen)
- pepermunt: Pepermunt, zegt ze, is good veur de maege (Diever)
- spitsenbladtie: Een spitsenbladtie stiet langs de kaante van de weg. Aj het breekt ruk het naor pepermunt (Hoogeveen)
- zenegroen: Zennebla kokken met Engels zolt en pepermunt, dat was goed tegen verstopping bij koe en zwien (Padhuis)